donderdag 14 juli 2011

Belgenland

Jaja, hoe vaak ben ik al niet aan dit 'laatste' bericht begonnen?
Toen Magda en Danny vroegen om er nog een slot aan te breien, zei ik dolenthousiast: 'ja, dat doe ik wel'. Een maand later alweer, ondertussen, en er is nog steeds niets deftig uit mijn pen gekomen.
Gisteren heb ik afscheid genomen van Het Liefje: 3 maand naar Kenia, en nog eens 2 weken in Zanzibar. 27 oktober komt hij terug: 't is nu aan mij om af te tellen!

Sinds we terug zijn, is er al zo veel gebeurd, maar tegelijk ook weer zo weinig:
Het afscheid in Suriname was heel erg moeilijk: John, Shirley, Dover, Natascha,... Ze hebben ons allemaal zo immens veel geleerd; dingen die we koste wat het kost in het Belgische leven wilden toepassen. Suriname zullen we ook missen, als land. Terugkeren naar het volgebouwde België, 't leek geen zo'n leuk vooruitzicht.
Op de luchthaven met wel zeer gemengde gevoelens: eindelijk iedereen terugzien, maar tegelijk afscheid moeten nemen van de drie mooiste maanden van m'n leven (en ik denk dat ik ook wel voor Marit kan spreken). Het cliché klopt: het is een onvergetelijke ervaring!!
Het weerzien in Schiphol en later thuis: beseffen dat je iedereen toch wel meer gemist hebt dan je jezelf 3 maanden lang hebt wijsgemaakt, genieten van het knuffelen en verhalen horen, en terug je plaatsje zoeken in het jachtige leven hier. Vooral dat laatste verloopt iets moeilijker: het leven is hier zeker niet blijven stilstaan, en als je terug mee wil, moet je je aanpassen.

De eerste weken terug thuis zaten redelijk vol: bachelorproef afwerken, barbecuetje met de klas, afspreken met iedereen die je zo gemist hebt, bachelorproef presenteren (we hebben trouwens een mooie 16 gekregen!!), nog meer afspreken, Het Lief steunen in de examens, feestjes vieren (dat hoort er natuurlijk bij!), weer barbecuen, werken, reisje, meer feestjes, ...
En daar ergens tussenin zijn ze er in Diksmuide nog in geslaagd om een verrassingsfeestje voor Zjef en mij te organiseren (in een verloren discussie ooit eens gezegd dat we dat allebei nog nooit gekregen hadden ;-)) !
Druk druk druk, die laatste weken.

Ondertussen mis ik Mars (Marit dus) meer en meer: ze is en blijft de enige die mijn bekommernissen en het gemis begrijpt, en hoe je't ook draait of keert, we delen een unieke ervaring, én drie maanden van ons jonge leventje samen. We sturen elkaar geregeld veel lobi, bosi en brasa; ik ben er van overtuigd dat zij mijn Suri- (en veel meer daarbuiten) maatje voor het leven is!

We zijn nu al anderhalve maand terug en nog steeds denk ik dagelijks aan Surimi- land!
Als ik kon, ik keerde onmiddellijk terug (natuurlijk niet zonder Mars!!))

Laat het duidelijk zijn:


WE ♥ SU  

dinsdag 17 mei 2011

Kikkers en brulapen

Beste mati’s,

Het is een tijdje geleden dat we nog eens iets over onze avonturen in het land der Surinamers (en ook wel Chinezen) schreven. Daar komt nu even verandering in!

Vorige week werkten we vooral erg veel aan onze bachelorproef, maar gelukkig was er ook tijd voor een dagje ontspanning: we gingen donderdag naar Brownsberg. Brownsberg is een natuurpark waar je wandelingen kan maken naar watervallen. Omdat de paden (relatief) goed aangeduid zijn, heb je geen gids nodig en konden we zo zelf naar de watervallen wandelen.

Donderdag was het heel erg vroeg dag want we moesten naar de stad om van daaruit te vertrekken naar Brownsberg. Op de bus nog wat slapen en ook onderweg naar Brownsweg (het dorpje aan de voet van de berg) dommelden we wat in de pick-up. In Brownsweg aangekomen stapten we over in een andere pick-up die ons naar de top van Brownsberg zou brengen. In de pick-up maakten we kennis met 2 Nederlandse stagiaires (de namen ontglippen me even) en ook leerden we Roselyn kennen: een Australische die voor een jaar een rondreis aan het maken is door geheel Zuid-Amerika. Het was heel leuk en interessant om te praten met haar en haar avonturen van in Brazilië en Frans- Guyana te horen.

Toen we naar boven reden, op weg naar de top, begon het jammer genoeg kei hard te regenen. We zaten wel droog in de pick-up, maar het vooruitzicht om te gaan wandelen in de gietende regen leek ons iets minder tof. Maar we lieten ons hoofdje niet hangen!
De tocht naar boven was heel hobbelig met vele bochten en Silke had de wagenziekte te pakken toen we boven aankwamen. Gelukkig beterde het relatief snel door de gezonde natuurlucht!

Boven aangekomen vertrokken we samen met de andere 3 dames op weg naar de Ireneval. De tocht was redelijk lastig, maar heel erg mooi en zeker de moeite waard! Minpuntje was wel dat het de hele tijd regende, maar daar wenden we al snel aan. Beneden aangekomen, helemaal doorweekt door de regen en na een valpartijtje van een van de Hollandse dames, konden we de prachtige waterval zien. We deden onze schoenen uit en gingen zo onder de waterval gaan staan. We waren toch al tot op ons ondergoed doorweekt, dus wat meer of minder water maakte op dat moment niet veel meer uit! We rustten er wat uit na de lastige afdaling en na genoten te hebben van de omgeving en de waterval, besloten we terug te keren. De lastige klim confronteerde ons met het feit dat onze (of toch alleszins mijn) conditie niet al te veel meer voorstelt… Onze Surinaamse (of eerder Chinese) bromfiets vervangt onze Gentse fiets die onze conditie in België toch ietwat onderhield…

De klim naar boven was lastig, maar wel heel mooi en uiteraard weer in de regen! Maar ergens had het wel iets: de paden beklimmen die wel kleine riviertjes leken, wij tegen de stroming in, op weg naar de top! Een beetje uitgeput, maar voldaan, bereikten we de top en beloonden onszelf met boterhammetjes bij een prachtig uitzicht over het Brokopondo Stuwmeer. Het is een reusachtig stuwmeer, waarin je nog de kale boomstammen ziet van de stukken bos die onder water zijn gelopen. Heel speciaal om te zien!

In de namiddag maakten we nog een wandeling naar de Kumbuval. Deze wandeling (zonder de Hollandse stagiaires, maar wel met Roselyn) was een heel stuk avontuurlijker: een paar keer leek het pad plots te stoppen en moesten we even in het wilde weg het vervolg van het pad gaan zoeken. Soms was het pad ook heel erg overwoekerd waardoor we tussen boomstammen en slingerplanten moesten kruipen. Avontuur alom!
Deze wandeling was wel minder lastig omdat het hoogteverschil minder groot was.

Op onze wandelingen kwamen we vooral veel kikkertjes tegen. Vooral veel met felle kleurtjes zoals geel en groen. En op onze laatste wandeling, net voordat we weer bij de top waren, zagen we nog enkele brulapen. Echt wijs om ze zo bezig te zien in de boomtoppen, slingerend van boom naar boom.

Jammer genoeg was dan de tijd aangebroken om terug naar ons huisje te gaan. We trotseerden nog de hobbelige en misselijk makende afdaling met de pick-up die ons naar huis bracht.

Zondagavond gingen we samen met Liene, Fréderic en Evi naar een dansles in Lelydorp. Jaja, je leest het goed: dansles! En niet zomaar een dansles: we leerden er verschillende dansen (uiteraard enkel de basis, niet te veel verwachten van ons hé), waaronder de salsa en merengue. Het was een hele uitdaging, maar het was leuker dan we verwacht hadden! Wel was het volop zweten… Inspanningen leveren in de Surinaamse temperaturen is vragen om een zweetbad. Veel Surinamers hadden dan ook een handdoek mee als zweetdoek. Een goed idee voor de volgende keer!

Over volgende keren gesproken, jullie horen wel nog van ons.

Tot de volgende!
Als ge wilt eh! (insider voor familie De Jonge)


dinsdag 10 mei 2011

Eindelijk!

Eindelijk nog eens een berichtje uit Suriname!

Ja, alles gaat nog steeds goed met ons!
Nee, geen zwangerschappen of geamputeerde voeten meer, dus de op sensatie beluste lezers moet ik bij deze teleurstellen...
Aangezien veel mensen zich al afvroegen hoe het komt dat er al een tijdje niets meer op onze blog is verschenen: sinds onze week vakantie met Herlinde en haar Chinees is het avontuur een beetje stilgevallen...

We hebben het veldwerk voor ons onderzoek ondertussen zo goed als afgerond: morgen gaan we nog een verkavelingsproject bezoeken en dat zal het dan geweest zijn! Ondertussen zitten we zo'n beetje thuis 'opgesloten': alles in een (hopelijk meer dan) deftige bachelorproef verwerken blijkt toch niet zo'n makkelijke klus.

EN... we beseffen dat het afscheid hier veeeeel te snel dichtbij komt. We weigeren zelfs om de dagen af te tellen ;-)
Negeren dat de maand mei begonnen is, lukt ondertussen niet meer, maar in de datum zelf kunnen we nog wel een beetje foefelen ;-)
Toen we Shirley zondag een zelfgemaakt moederdagkaartje hadden gegeven, en ik haar even later zei dat ik haar toch wel ga missen, zei ze: 'ja, want we zijn ondertussen toch al vriendinnen hé, ik ga jullie ook missen'.

En een berichtje voor Sarah: we hebben ondertussen Damaru en Kolonel in levende lijve gezien! Joat joat!


Afwisselend zonnige en regenachtige groetjes,

Kabararo (dame met lange haren = Marit) en Adathokoro (bloem= Silke)
Deze Arowakse (Indianenstam) namen kregen we in Matta en konden we jullie toch niet onthouden hé!

En ook een Arowakse raad voor de mannen: Als je gaat jagen, mag je nooit lachen. Als je op vrouwen gaat jagen, mag je wel lachen. Keep that in mind!

zondag 24 april 2011

Soepschildpadden


Beste blog-vriendjes,

Het is alweer een tijdje geleden wat we nog iets van ons lieten horen. Maar geen nood, geen nieuws is meestal goed nieuws! En zodoende ook bij ons.

Vorig weekend zijn we naar Galibi geweest, een dorpje dicht bij de zee. Het was een heerlijk weekend waarin we volop genoten hebben. Eerst reden we met een klein busje naar het dopje Albina (Albino of Albanië voor Michel), waar we lunchten en een tochtje met een korjaal maakten naar Galibi. Silke en ik zaten samen met de kokkin Mercelin helemaal voorin in de korjaal. En gelukkig maar, want wij waren de enigen die enigszins droog toekwamen in Galibi. Alhoewel het nat worden niet zo erg was, want het was schitterend weer. Daarom besloten we dan ook al snel na aankomst in het water te duiken voor een zwempartijtje. Het water was echt verbazingwekkend warm, dus al snel zwommen we al redelijk ver de rivier in. Deze keer al minder aan het gevaar van piranha’s denkend. Na het zwemmen hingen we enkele hangmatten op en gingen wat zitten luieren met het mooie uitzicht op de rivier met een thee/koffie en koekje.
Dit theekransje werd gevolgd door een dorpswandeling: we wandelden langs de waterlijn en kwamen al snel een winkeltje tegen waar ze sierraden verkochten. Onze dag was al meer dan geslaagd! We kozen er enkele dingetjes uit en keken naar een dansgroepje dat aan het oefenen was. Wederom veel geschud met de poep, het typische Surinaamse gedans.

Nadat we bijna al ons geld opgespendeerd hadden, liepen we verder door het dorp. We kwamen aan bij de zoo van Galibi, waar we al snel ontvangen werden door 2 aapjes die op ons sprongen om ons te verwelkomen. De aapjes en papegaaien mochten er vrij rondlopen/-vliegen, enkel ’s nachts moesten ze in hun kooi, voor hun eigen veiligheid. Verder hadden ze er nog wilde zwijntjes, neusaapjes, een toekan (prachtige vogel!), een luiaard, een anaconda, een tijgerkat, en 2 kaaimannen die de dag voordien ontsnapt waren… Gelukkig kwamen we ze niet meer tegen dat weekend. Alle dieren waren heel tam en je kon ze bij jou pakken of er wat mee spelen. Zo liep ik bijna heel de rondleiding met het luiaardje in mijn armen en kwam de toekan op ons zitten. Enkel van de anaconda’s waren we niet zo zot en we lieten het aan anderen over om deze wurgslang rond de nek te nemen…


Na het heerlijke avondeten (een goede en wijze kokkin, die Mercelin!) konden we nog even rusten voordat we met de korjaal naar de schildpadden zouden gaan. Jammer genoeg gingen we niet met ons selecte vrolijke groepje op zoek naar de reuze schildpadden, maar kregen we er nog een hele hoop Hollanders bij… Silke, mama en ik weer voorin in de korjaal en Michel met 3 Hollandse studentes naast hem achter ons. Hilarisch hoe Michel aan het socializen was met de Hollanders en het bracht veel grappige uitspraken met zich mee. Mama, Silke en ik hadden het lastig om onze lach in te houden, waardoor Michel enkele speelse boze blikken naar ons wierp.

Aangekomen aan het strand waar we op zoek zouden gaan naar de schildpadden, stapten we allen uit de korjaal. De gids legde ons uit dat het ten strengste verboden was een flits te gebruiken bij het fotograferen omdat de schildpadden er bind door worden. Daarna wandelden we op het strand en al snel zagen we sporen van een schildpad die een geschikte plaats aan het zoeken was om haar eieren te begraven. Maar omdat deze schildpad geen geschikte plek vond, gingen we verder op zoek naar een andere schildpad. Het zijn echt wel prachtige beesten, echt heel groot, groter dan een meter! En omdat het bijna volle maan was, konden we ze redelijk goed zien vanop een redelijke afstand. De tweede schildpad die onze gids vond, had wel een geschikte plaats gevonden en was al bezig haar eieren uit te werpen. Naar’t schijnt geraken de schildpadden in trance eenmaal ze begonnen zijn met eieren leggen en kan bijna niets hen nog storen. Dus konden we dicht bij de soepschildpad gaan kijken hoe ze haar eieren uitwierp. De gids begon wat uitleg te geven en op een gegeven moment begon hij de ene achterpoot opzij te duwen zodat de Hollanders beter foto’s konden nemen van de eieren. Een andere gids nam een ei uit het nest om het te tonen en een toerist was de kop van de schildpad aan het aaien en er kusjes op aan het geven. Dit alles samen werd me echt wel veel te veel en ik voelde me echt enorm slecht bij de situatie. Ik wou er eigenlijk allemaal niets meer mee te maken hebben, met het hele toeristische gedoe, en trok me terug en ging wat verder op het strand zitten. Ik kon er echt niet tegen hoe ze de schildpad behandelden, enkel en alleen om de toerist een show te verkopen. De schildpad mocht dan misschien wel in trance zijn, maar mijn inziens ga je gewoon niet zo respectloos om met dieren! Ik was echt kwaad en helemaal ontredderd. Ik voelde me echt heel slecht bij heel het gedoe… Maar gelukkig waren Silke en mama er nog die bij me kwamen zitten en dan genoten we maar nog van de prachtige bijna volle maan totdat de anderen genoeg foto’s getrokken hadden van de soepschildpad. Gelukkig gingen we niet meer op zoek naar een andere schildpad om die ook nog lastig te vallen, maar gingen we terug richting Galibi.

De avond werd dan toch nog heel gezellig: Rendy, onze gids (een andere dan die van de schildpadden) vertelde nog een wijs verhaal met moraal en nadat iedereen gaan slapen was, hadden Silke en ik nog een super gezellig onderonsje op het strand met een pintje, een kaars en onze vriend mannetje maan. Gezelligheid troef!
Maar toen sloeg ook bij ons de vermoeidheid toe en besloten we ook maar te gaan slapen en we kropen onze hangmat in. Het was fantastisch om in mijn hangmat te liggen: door de bijna volle maan had ik een prachtig uitzicht over de rivier en het geluid van de aanrollende golven maakten het plaatje compleet. Ik genoot van de omgeving totdat ik mijn ogen niet meer open kon houden en in slaap viel. ’s Ochtends genoten we nog van de prachtige kleurrijke zonsopgang.

Het was – de ‘schildpaddenjacht’ achterwege gelaten – echt een prachtig en gezellig weekend waar we enorm van genoten hebben.

Deze week deden we nog enkele uitstapjes, zoals naar de vlindertuin gaan in Lelydorp, en hadden we nog vele gezellige momentjes. Dinsdag kwam Evi, een andere Belgische studente, aan in Suriname. We gingen haar gaan ophalen aan de luchthaven en maakten haar ondertussen al wegwijs in het land der Surinamers, een land dat we met veel pijn in het hart in juni achter ons zullen laten.

Groetjes aan het land der Belgen!

P.S.: nieuwe prachtige foto’s zijn weldra te bezichtigen op picasa!

vrijdag 15 april 2011

Hij doet het, hij doet het! Maar… je zei dat hij niet gevaarlijk was!

Inderdaad: zoals gedacht en verwacht: alweer een dol avontuur, ervaring, … rijker.

Dinsdagochtend om 4.30u ging de wekker af: veel te vroeg opstaan; snel ontbijten en douchen; met veel te kleine oogjes op de bus staan wachten. Om 8.30u zou onze bus naar Atjoni in de stad vertrekken, maar we besloten om met de staatsbus te gaan (die kost 20 SRD i.p.v. 70): proppen, duwen en trekken, en ja, nog maar een beetje duwen om alles en iedereen toch maar op die bus te krijgen. Marit had een beetje pech: ze zat naast een dikke madam, die in het begin van de busrit op de koop toe ook nog eens haar sjakos op Marit’s schoot zwierde.

Nog geen half uur na vertrek: hup, iedereen weer van de bus voor een eerste tussenstop. Om 10.45u stopten we alweer; deze keer om een ijsje te kopen. Vanaf de zijweg van de Afobakkaweg moesten we nog zo’n 94 km rijden naar Atjoni. We werden steeds meer omringd door bomen, de weg werd smaller en smaller en vooral steeds hobbeliger, met steeds meer putten en stof,…

Maar… we geraakten er! Aangekomen op Atjoni zagen we Nelson (onze gids) terug en stapten we over op een iets leuker vervoersmiddel: de Knini Paati- korjaal. Het tochtje naar Knini Paati liet ons allevier zo goed als sprakeloos achter. We moesten zo’n 45 min varen op de Surinamerivier alvorens op onze verblijfplaats aan te komen. Knini Paati is gelegen aan de Velulasi Sula (sula= stroomversnelling): prachtig uitzicht, wederom.

Na een (lekkere) maaltijd verorberd te hebben, besloten we om te gaan baden in de rivier: Nelson zei ons dat er piranha’s zaten, maar verzekerde ons dat ze niet gevaarlijk waren. Na toch een beetje te hebben getwijfeld, besloten we ’t erop te wagen. Gevolg: zalig genieten (na de eerste kou te hebben overwonnen) van een natuurlijk bubbelbad en krabben (of takken, hé Marit?) die aan onze tenen zaten te knabbelen. Op een verdere ontdekkingstocht doorheen de tuin ontdekten we een zotte hangbrug over het water: hoogtevrees overwinnen en Nelson achterna!

Ons eerste avondmaal: cassavesoep. Lekker, en dan vooral omdat deze soep niet half zo pikant was als de laatste die Shirley had klaargemaakt. Na het avondeten probeerden we om een piranha te vangen: eerst leek alles op een sisser uit te draaien, maar plots begon Nelson te roepen: pas op, pas op! Achteruit! Wat ik toen zag, had ik nooit verwacht: ik dacht namelijk  dat piranha’s relatief kleine visjes waren (jawel, gebaseerd op de beruchte film). Niet dus, want hij had een kanjer van een vis gevangen. Het woord ‘indrukwekkend’ is hier wel op z’n plaats, vooral toen Nelson zijn mes tussen de tanden stak om te bewijzen hoe scherp de tanden van de piranha wel waren. ‘Hij doet het, hij doet het’- ‘Pas op voor jullie vingers en tenen’- gevolgd door mijn (droge, ik geef het toe) woorden: ‘je had gezegd dat het niet gevaarlijk was!’.

We ontdekten in het onderdak van het kamp ook een nest van een vogelspin, bijna boven de plek waar we zaten te eten. De spin zelf was nergens te bespeuren; volgens Nelson was hij ‘eventjes gaan wandelen’.
We gingen alle vier vroeg slapen, want het was  een lange en vermoeiende dag geweest. ’s Ochtends bij het ontbijt arriveerde Nelson met onze bootsman en meldde ons bijna met trots dat hij voor ons een ayumara (= woolfish) had meegebracht, een roofvis die in Suriname zeer geliefd (en dus duur) is. 

We vertrokken met de korjaal voor een ongeveer 4 uur- durend tochtje (dat was de vooropgestelde tijd, tenminste). Onze eerste tussenstop op weg naar Pikin Slee (onze ‘eindhalte’) was in Laduani: daar was de polikliniek. Mensen krijgen hier de eerste (basis)zorgen toegediend, maar als het te ernstig is of als mensen langdurig ziek zijn, dan worden ze overgevlogen naar de stad. Vanuit Laduani gingen we verder naar New Aurora, waar we een schooltje gingen bezoeken. Nelson had 50 t-shirts geregeld via Unicef, met allemaal verschillende (voorlichtings)tekstjes over alcohol, drugs,… Na het bezoek aan de school (waar Marit en ik ons trouwens niet zo goed bij voelden: het was net alsof we naar de zoo gingen) zetten we onze tocht verder: aan de overkant van Gujaba waren vrouwen bezig aan een welnesstraining. De cursus werd georganiseerd door een zakenvrouw (dat was wel overduidelijk) die de vrouwen aanleerde om natuurlijke (massage)oliën, scrubs,… te maken. De cursus was gratis voor de vrouwen, maar later hoorden we van Nelson wat (volgens hem) de ware bedoeling was: de vrouwen gebruiken om olie, zeep, … op grotere schaal te produceren, de producten opkopen voor een oneerlijke prijs en vervolgens in de stad verkopen voor een veel hogere prijs. Ze kon het alvast goed uitleggen, een echte marketeer  als je ’t mij vraagt. In Gujaba (het grootste marrondorp) was het alvast verboden om foto’s te maken (zowel van de mensen als van huizen, korjalen,…) , terwijl we bij aankomst bij de training zelf als gegeerde fotomodellen moesten functioneren. De laatste stop was die op Pikin Slee, bekend om het prachtige houtsnijwerk dat we doorheen het dorp konden bewonderen. De werken leidden ons naar het museum, dat pas in 2010 geopend was. Echt de moeite waard, en ook de shop maakte onze dag ;-) Nadat we allemaal ons geld hadden uitgegeven, keerden we terug naar Knini Paati, om alweer een lekker (na)middagmaal binnen te spelen. Na een beetje rust, zouden we een wandeling maken in het bos (lees: regenwoud): echt indrukwekkend en best wel spannend, met al die beestjes en zelfs beesten.

Eenmaal terug, besloten we nog een duik te nemen en genoten we van de mooie zonsondergang. Na dit alweer prachtige moment gingen we op zoek naar kaaimannen (jaja, jajaat): we hadden er ’s ochtends al één gezien; in de namiddag trouwens ook vogelspinnen teruggevonden in de ananasplanten. De zoektocht naar de kaaimannen was er één met succes, maar het was donker, de kaaiman was klein en zat onder water, dus echt spectaculair was het niet. Het woord ‘spectaculair’ paste op dat moment wél bij de prachtige sterrenhemel en het moment. WAUW.

We hadden nog een gezellige avond, maar na het ontbijt de volgende ochtend was het jammer genoeg al tijd om afscheid te nemen van deze prachtige plaats, maar niet vooraleer we onze piranha- tanden hadden opgeëist! We gingen vanaf dat moment op stap met de kop van een piranha in onze frigobox!

Na een: 1. Platte band (‘eventjes oppompen’); 2. Helse rit; 3. Klapband en 4. Wonde op Herlinde’s hoofd, kwamen we in het gezelschap van souvenirs, een piranha- kop, een nooit- te- vergeten- ervaring en vooral 40 vingers en 40 tenen, terug aan op Meursweg 105!

dinsdag 5 april 2011

Inburgeringscursus geslaagd!


Het is alweer een weekje geleden, tijd voor een nieuw blogberichtje dachten we hier in Suriname! Zo kunnen jullie toch een klein beetje meegenieten van onze belevenissen.

Vorige week zijn we voor ons onderzoek naar het inheemse dorp Matta gegaan. Wederom met de brom; gelukkig was het deze keer net iets minder ver en lagen de wegen er net iets beter bij. Maar toch waren de wegen ook niet optimaal: we hadden heel erg veel geluk dat het niet zo heel veel geregend had en de weg nog goed begaanbaar was. De inwoners van Matta verzekerden ons dat we veel geluk hebben gehad! Een chanceke dus.

Eenmaal daar aangekomen gingen we op zoek naar de kapitein. We hadden hem op voorhand gebeld en hij zei dat we  bij hem thuis op hem konden wachten. Maar Suriname zou Suriname niet zijn als alle afspraken vlekkeloos zouden verlopen! Want eenmaal aangekomen aan het huis van de kapitein, kregen we te horen dat hij pas rond 16u terug thuis zou komen (ook al had hij ons aan de telefoon voorgesteld om rond 10u in Matta te zijn). Een hele dag verliezen voor ons onderzoek kunnen we ons niet permitteren, dus besloten we op zoek te gaan naar een Basja. Rayen, die opgegroeid was in Matta maar nu in Wanica woont, bracht ons bij Basja ‘oom John’ en zijn vrouw Eline (72 jaar, maar ze zag er midden 50 uit !!!). Het waren echt pracht van mensen waarbij we ons vanaf het eerste moment echt thuis bij voelden. Ze ontvingen ons met open armen zonder er iets voor terug van te verwachten, die mensen hadden écht hun hart op de juiste plek!
We vertelden dat we nog op zoek waren naar een slaapplaats omdat de kapitein dat ging regelen, maar we konden hem niet meer bereiken. Gelukkig konden we bij hen slapen en hadden we dus een veilige en aangename slaapplaats.

Na een hele dag in het dorp rond gelopen te hebben en mensen te ondervragen, kwamen we ’s avonds uitgeput weer aan bij het kamp van oom John. We kregen een Parbo biertje en samen met Rayen en nog een andere man (een jager), hadden we een heel gezellige avond. Ze hadden een heel goed gevoel voor humor (zo werd Silke’s papa ‘lui’ genoemd omdat hij maar 2 kinderen had gemaakt!) en waren echt heel vriendelijk en lief. Rayen’s visie: “we drinken alles hier, want in de hemel is geen bier!”. We kregen ook een avondmaal (Gordeldier voor Silke, gelukkig wist ze dit pas nadat ze er al van gegeten had! ;-)  en rijst voor mij). Voor het slapengaan in onze hangmat leerde John ons nog een makkelijke en oerdegelijke indianenknoop om onze hangmat op te hangen en genoten we van de mooiste sterrenhemel die ik in heel mijn leven al gezien heb. Duizenden heldere sterren, echt onbeschrijflijk prachtig! Ik stond er sprakeloos naar te kijken…
Eenmaal in onze hangmat probeerden we de slaap te vatten. Ik was al snel in dromenland, maar Silke werd eerst nog wakker gehouden door een onbekend beest dat tegen haar gat sprong. We hebben er het raden naar welk dier het was…

Deze keer was het geen kalkoen, en ook geen boseenden die ons uit onze slaap hielden ’s ochtends, maar waren het hanen en kikkers en een papegaai. Het was weer eens iets anders… Suriname zit vol verrassingen!
We interviewden nog een vrouw die cassave teelt en er cassavebrood van bakt (dat doen er velen in Matta), en daarna moesten we met toch wel wat pijn in ons hartje afscheid nemen van oom John, Eline en Rayen. We lieten onze nummers achter zodat ze ons nog kunnen bereiken als er eens een feest is in het dorp.
We zetten ons onderzoek verder in de recreatieoorden Marinalex en Colakreek. Na al het zware werk vonden we dat we toch een fris duikje verdienden in het Cola- kleurige water. Wel even wennen aan het feit dat je maar 30 centimeter diep in het water kan kijken en dus onmogelijk de bodem kan zien! Gelukkig voelden we geen vieze beestjes aan onze voeten of benen zuigen of knabbelen.
Ondanks dat het heetste uur van de dag al voorbij was en we er maar een uurtje in de zon vertoefden, waren we beiden toch heel erg verbrand. De zonnecrème deed jammer genoeg haar werk niet… Pijnlijke volgende dagen waren het gevolg!

Zaterdagavond namen John en Shirley ons mee naar een Wintiprey. Het is een soort feest waarbij de mensen in grote cirkels achter elkaar dansen. Er is een live bandje dat wijze muziek speelt. Na een tijdje dansen geraken er sommige mensen in trance en zonderen ze zich af van de mensen die in de cirkels dansen. Als ze in trance geraken, zeggen ze dat ze een ‘winti’ hebben. Dit betekent dat er een god bezit van hen genomen heeft. Ze beginnen uitbundiger en vreemder te dansen en hun ogen zijn helemaal weggedraaid. We konden duidelijk zien dat ze weg waren van deze wereld… Echt vreemd om te zien, een heel speciale ervaring. We kunnen nog altijd niet goed vatten wat het precies is, maar John zegt dat er eind april ook een Wintiprey bij ons thuis zal zijn. Hopelijk hebben we er dan wat meer vat op en kunnen we het duidelijker uitleggen.

Deze week begonnen we met het ondervragen van de huishoudens in de ‘gewone’ dorpen in Para. Het is enorm veel werk wat veel tijd in beslag neemt. Sommige mensen zijn echt enorm vriendelijk en ontvangen ons graag, anderen zijn heel afstandelijk en nog anderen willen wel, maar is de Nederlandse taal toch nog een drempel… Dit is vooral het geval bij oudere mensen, die wel Sranan ofte Taki Taki praten, maar niet goed Nederlands kunnen.

Vandaag ook minder goed nieuws: de vorige zwangerschap van Silke was vals alarm, maar deze keer was het echt van dat! Asrando en Alberto waren het er allebei roerend over eens: een sika. Pijnlijk al toen het in haar voet zat, maar tijdens ‘operation sika’ kreeg Silke het toch een beetje moeilijk: een pijnlijke bedoening. Foltering op z’n Surinaams! ;-)
Gelukkig zijn we nu verlost van onze ongewenste zwangerschap (ik zou namelijk co-ouder worden), geef ons dan maar liever een mulatje!

Heel veel liefs van ons beiden!

maandag 28 maart 2011

Hoera, ik ben zwanger!

Feest! Volgens Ilse (en haar schoonzus) zitten er 3 sika’s in mijn voet.. Voor diegenen die niet alles even goed hebben kunnen volgen: sika’s zijn zandvlooien en dus parasieten, die voorkomen in gebieden met een tropisch klimaat. De vlooien zelf zijn slechts 1mm groot, maar ze graven zich in in de huid van de mens en leggen daar eitjes. Toen ik het hoorde, sloeg de schrik me letterlijk om het hart: we hadden het de vorige keer een beetje opgezocht, en de eitjes weghalen schijnt een zeer pijnlijk iets te zijn.
Toen Ilse’s schoonzus zei: “wacht, ik bel m’n dochter even om het weg te halen”.. PANIEK! Ik heb 2 beten aan mijn voetzool (zou dus volgens mij extra pijnlijk zijn), en 1 aan de onderkant van m’n teen. Die aan m’n voetzool zien er volgens Marit en mij gewone muggenbeten uit, dus daar maak ik me ondertussen niet echt veel zorgen meer over, maar die aan m’n teen is ondertussen hopelijk verwijderd.
Gisteren zijn we bij Natascha thuis geweest: met de taxi, want Liene en Fréderic moesten anders met z’n tweetjes de volledige rit betalen (wat zijn we toch genereus!). Het huis was echt zoals in onze wildste dromen: temidden van een mooi stuk natuur, volledig in hout gebouwd, met een ecotoilet, een zotte keuken,… En superlekker eten! We aten voor het eerst (een schande, eigenlijk) roti, maar dan zonder vulling. Samen met pampoen (nee, geen typefout!), massala- eieren en nog wat groenten, mm mm mm!
Het was een gezellige middag samen met de 4 anderen, maar natuurlijk werd er ook over ons onderzoek gesproken. We hebben het gevoel dat we wel op de goeie weg zitten, maar maakten ons een beetje zorgen over het nut ervan: vele onderzoeken liggen hier gewoon in de kast en het lijkt ons dat er niets mee wordt gedaan, maar Natascha legde uit dat we geen ‘project’ uitvoeren, maar een belangrijk deel uitmaken van een ‘proces’. We zijn ondertussen een beetje gerustgesteld ;-)
Deze ochtend hadden we een (lang) gesprek met meneer Stanley Dover, van LVV (Landbouw, Veeteelt en Visserij), o.a. over compostthee. Het schijnt zotte dingen te doen met planten, bomen en gewassen. Verder spraken we uiteraard over de landbouw en veeteelt hier in het district Para. Omdat we om 11u al naar de stad moesten vertrekken voor onze afspraak met mevrouw Carsters, hebben we besloten om ons gesprek vrijdag verder te zetten.
Met onze toch-nog-steeds-niet-zo-goed-werkende bromfiets in het achterhoofd, namen we in Lelydorp de bus naar Paramaribo. Toen we aankwamen bij het Diakonessenhuis (ziekenhuis), zei mevrouw Carsters dat ze geen tijd had om ons zelf naar majoor Krak te brengen, dus dat ze een chauffeur geregeld had. Groot was de verrassing toen het om een ambulance bleek te gaan!
Toen we bij de kazerne aankwamen, werden we naar de majoor begeleid door een soldaat in uniform en met geweer. Grappige taferelen toen een soldaat ons vroeg of hij ons wat water kon brengen, en toen majoor Krak gebiedend zei: “ik wil meer vragen!”
Ons beeld over verkavelingsproject Hanover is door hem niet echt veel scherper gesteld, dus we zullen toch echt eens ter plaatse moeten gaan kijken..
Morgen gaan we opnieuw naar de stad: we gaan naar het hoofdkantoor van LVV en naar de Dienst Waterkering, voor gegevens over de Surinamerivier.
We houden jullie alvast op de hoogte!