zaterdag 26 maart 2011

Met de beentjes in de lucht!


Woensdag was het zover: we vertrokken met onze brom voor 2 daagjes naar de inheemse dorpen Redi Doti en Cassipora te gaan voor ons onderzoek. We hadden al telefonisch contact gehad met het hoofd van de vrouwenbeweging (mevrouw Corrie) en konden bij haar slapen. Dinsdag nog even naar het tankstation om benzine in te slaan en daar kregen we een straathond al blaffend en de tanden tonend achter ons aan. Redelijk eng, maar gelukkig heeft hij uiteindelijk niets gedaan… Het enigste wat we konden doen was wat gas bijgeven zeker?! Gepakt en gezakt gingen we woensdagochtend na een nachtje felle regen richting Redi Doti. Het eerste stuk ging heel vlotjes want er was asfalt, maar vanaf de afslag naar Powakka (die we overigens eerst misten waardoor we bijna in Brokopondo zaten) was de weg al heel wat minder. Het werd een heuse uitdaging om de duizenden putten te ontwijken om onszelf en onze brom te sparen. Zoals jullie ook kunnen zien aan de foto, waren sommige putten/plassen niet te ontwijken: zo breed als de weg (al dan niet breder), en eigenlijk nog redelijk diep ook. Enigste oplossing: beentjes in de lucht en gas geven! (maar ook niet té veel gas natuurlijk). Na de slopende rit door Powakka kwamen we aan bij de Surinamerivier. Daar moesten we wachten tot de veerboot ons kwam halen om naar de overkant te gaan. Er is wel een brug, maar halverwege is er een deel ingestort dus deze brug wil je liever niet gebruiken... We genoten volop van het uitzicht over de Surinamerivier en van de natuur om ons heen. Het leek wel alsof we midden in een documentaire terecht waren gekomen!

Eenmaal aangekomen aan de andere kant, kropen we onze brom weer op en passeerden we Pierre Kondre en kwamen we niet veel later aan op onze voorlopige eindbestemming: Redi Doti. Gelukkig was de weg dat laatste stuk al heel wat beter zodat het rijden wat vlotter ging.
Aangekomen in Redi Doti gingen we op zoek naar Corrie. We hadden afgesproken dat we haar gingen bellen als we aangekomen waren, maar aangezien we geen bereik hadden met onze Digicel-simkaart, zat er niets anders op dan rond te vragen en haar zelf te zoeken. Een vruchtbare zoektocht, want al snel vonden we het huisje waar we gingen overnachten.
We maakten kennis met enkele inwoners en basja’s (deze hebben de ‘leiding’ over het dorp als de kapitein niet aanwezig is) en fristen ons even op na de lastige reis. We kregen te horen dat Redi Doti die dag al bezoek kreeg van een andere organisatie, dus dat we de mensen beter pas donderdag konden interviewen voor ons onderzoek. Dan besloten we maar om naar Cassipora en Blaka Watra (een recreatieoord) te gaan en daar ons onderzoek te beginnen. Een klein half uurtje later kwamen we met onze brom toe in Cassipora: een gezellig mooi dorpje met een 15-tal huishoudens. Na wat rondvragen bleek de kapitein niet aanwezig te zijn, maar konden we wel terecht bij basja Orassie. Hij en zijn vrouw waren echt enorm vriendelijk en belden al rond om mensen te vragen ofdat we bij hen langs konden gaan voor ons onderzoek. De inwoners van Cassipora waren echt enorm vriendelijk!

Na de interviews schuilden we nog even bij het gezin van Orassie tegen de regen. Het is namelijk te gevaarlijk om in de regen met de brom te rijden want de wegen zijn dan veel te glad. Een gezellige familie en leuke mensen om mee te praten! Ze toonden ons ook nog de bron waar ze vroeger water haalden (nu beschikken bijna alle huishoudens over een eigen waterpomp, een put van 13m diep) en het zwembadje dat ze zelf aangelegd hadden midden in het bos. We werden stil van de prachtige omgeving.
Toen het gestopt was met regenen werd het tijd om te vertrekken naar Blaka Watra. Orassie wist een binnenwegje dat veel korter was en reed ons voor met de brom. Halverwege het wegje werd het moeilijk om te rijden (heel veel plassen en drassige ondergrond) en lieten we de brom achter en gingen te voet verder. Omdat het zoveel geregend had stond het water in Blaka Watra heel hoog. Al snel moesten we dus onze schoenen/sandalen uit doen om naar het centrale huisje in het middel van het terrein te geraken. Een werknemer van daar ging onze brom halen en reed door het water zodat we vlotjes de juiste weg op konden als we terug naar Redi Doti gingen. We praatten met de werknemers en onderzochten of de toestand sinds 2007 veranderd was. Helaas was dat niet het geval, ookal probeerden ze ons wijs te maken van wel. (“jaja, de septic tanks zijn allebei vervangen, nu zijn het 2 rechthoekige tanks”, terwijl we bij de ene sanitaire blok duidelijk een cilindrische septic tank zagen). Alles een beetje met een korrel zout nemen dus!
Na wat rare geluiden uit onze brom en een werknemer die er wat mee prutste zodat hij weer vlotjes reed, konden we weer op weg naar Redi Doti.

In Redi Doti hingen we samen met Corrie de hangmatten met bijhorend muskietennet op waarin we gingen slapen en wandelden nog even naar de ‘waterkant’ (de Surinamerivier). Wederom werden we beiden stil van het adembenemende uitzicht. Gewoonweg zitten en genieten! Ik kon wel blijven kijken, zo een uitzicht zou ik echt nooit beu worden. Maar jammer genoeg werd het al snel donker dus moesten we terug naar Corrie’s huis. We beloofden onszelf om de volgende dag terug te komen als de zon zou schijnen (en ook als de zon niet zou schijnen).

Onze nacht in de hangmat was een nacht van veel wakker worden, maar we hebben beiden wel goed geslapen! Enkel hadden we als natuurlijke wekker deze keer geen kalkoen zoals thuis, maar wel boseenden! Jaja, boseenden… klinkt raar, maar ze bestaan! En het lawaai dat ze maken, onvoorstelbaar luid! Gelukkig was buiten de boseenden het dorp heel erg stil en vredig.
De ochtend kwam en we stonden op om te ontbijten en te beginnen aan onze interviews. Hier in Redi Doti ging het iets minder vlot om bereidwillige mensen te vinden, maar uiteindelijk trokken we ons plan. Op de terugweg nog even langs Jodensavanne waar we nog 2 inwoners van Redi Doti konden interviewen en de restanten van een synagoge en joodse begraafplaats zagen. In Jodensavanne maakten we ook kennis met het eerste aapje dat we als huisdier zagen. Best wel zielig, zo een schattig aapje aan een touwtje!

De terugweg naar huis ging vlotjes. De veerboot op, de putten ontwijken, door de reusachtige plassen rijden en dan het asfalt weer op. De zon scheen fel en we hadden geluk gehad met het weer. Totdat we opeens, uit het niets, 50 meter voor ons de regen op ons af zagen komen. Het moment dat je de regen dichterbij ziet komen en het gevoel dat dat met zich mee brengt in die omgeving is echt onbeschrijfelijk. Jammer genoeg was het echte stortregen, en waren we in nog geen halve minuut helemaal doorweekt. Even schuilen dan maar, want in die regen zie je toch geen meter voor je uit op de brom.

Vrijdag hadden we dan weer een pechdagje: we wouden naar het districtscommissariaat gaan met de brom om wat informatie op te halen, toen onze brom niet meer wou meewerken. Hij startte af en toe wel, maar als we hem in eerste versnelling legden viel hij al heel snel weer stil. Dan maar terug naar huis en daar wat werken. Veel keus hadden we niet… 
Gelukkig dat onze brom het niet begeven heeft in Carolina, anders zaten we wel met een klein probleempje, in the middle of nowhere… Een chanceke bij een malchanceke dus!

’s Avonds gingen we naar Paramaribo, waar we afgesproken hadden met nog allemaal andere Belgische studenten. 10 Belgen bij elkaar, het was een gezellige avond!
Na een korte nachtrust gingen we met de bus huiswaarts en daar leerde Alberto ons Bakabana’s maken. Dat zijn bananen met een deegje rond, gefrituurd in de pan. Echt wel lekker!

Morgen zijn we uitgenodigd om bij Natascha te gaan, onze stagebegeleidster. Ze heeft een volledig ecologisch gebouwd huis, dus we zijn zeer nieuwsgierig! Ik ben er nu al van overtuigd dat ik jaloers ga zijn op haar huis…

Liefs,

Marit

4 opmerkingen:

  1. Silke en Marit,
    keek alweer vol ongeduld uit naar jullie volgende blogverhaal en het is er inderdaad weer eentje om jaloers op te zijn: wat jullie al allemaal meegemaakt hebben, gezien hebben, gedaan hebben, beleefd hebben...
    Ik hoop voor jullie dat er vlug een oplossing komt voor de brompanne, zodat jullie weer snel kunnen verdertoeren...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Marit, voor je terugkomst verwacht ik een Bakabana-avond in Achterban! X uw moatje

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Alweer een leuk verslag ! Jullie avonturen onderweg doen me met plezier terugdenken aan 25 jaar geleden.... Tot binnenkort, het aftellen begint hier ook al een beetje. Benieuwd naar Kajana. Maar dan toch liever zonder 'Blue Wings'. Hopelijk raakt jullie brom vlug in orde en zijn jullie opnieuw mobiel tussen de plassen door.
    Groeten, Michel

    BeantwoordenVerwijderen
  4. dag Marit en Silke,
    't is ontzettend plezant jullie avonturen te kunnen volgen, jullie schrijven trouwens allebei schitterend!
    Ben al nieuwsgierig naar 't vervolg (en Natacha's eco-huis)!
    dikke kus!

    BeantwoordenVerwijderen